|
Kayakken, wijn drinken en helikopters… |
Na anderhalve week Noordereiland kon anderhalve week Zuidereiland natuurlijk niet uitblijven. Lees hier hoe we ons in dit Nieuw-Zeeland hebben vermaakt.
Om het Zuidereiland te bereiken namen we in Wellington de ferry. Deze tocht duurt drie duur en schijnt één van de mooiste ferrytochten ter wereld te zijn. Dat wilden we natuurlijk wel eens zien, en dus stonden we al direct op het dek. Er stond echter een frisse (ochtend)wind en het eerste stuk voeren we op ‘open zee’. Even naar binnen dan maar, en het laatste uur weer naar buiten. Want dan vaart de ferry door de Marlborough Sounds, een soort fjorden die me nog het meest aan Alaska deden denken. A good thing dus!
|
Met de ferry door de Marlborough Sounds |
Op het Zuidereiland stond een wijnproeverij in de bekende streek Marlborough op het programma. Aangezien hotels in deze omgeving duur zijn, hadden we een Airbnb’tje geboekt. Ons huisje bleek een enorm pand te zijn, met eigen woonkamer, keuken, twee badkamers en twee slaapkamers. I love Airbnb! Onze host was ook nog eens heel erg aardig en had ons een wijntour aanbevolen: Na Clachan. Die dus maar geboekt. De volgende dag werden we om 13:00 uur opgepikt bij ons huis, en iets na 17:00 uur weer – een tikje aangeschoten – afgezet. In vier uur tijd waren we met een aantal andere mensen langs zes verschillende wijnboeren gereden, en hebben minstens 30 wijnen geproefd. Geen volle glazen hoor! Erg leuk om eens te doen!
|
Het feest kan beginnen… |
Volgende bestemming was het Abel Tasman national park, of in ieder geval die omgeving. Via Nelson (leuk stadje!) reden we naar onze tweede Airbnb van de vakantie: een schattig huisje vlakbij Takaka, in the middle of (…) nowhere. Het huisje stond op het terrein van onze hosts, die er in een groter huis wonen, groenten en fruit verbouwen en kippen houden. We woonden eigenlijk dus twee dagen op het platteland. Wakker worden door de haan, ontbijten in de tuin, barbecueën met courgette uit eigen tuin, daar konden we wel aan wennen. Natuurlijk hebben we ook het Abel Tasman park verkend, en ook het daarnaast liggende Golden Bay. Drie uur kayakken (en een briefing van een half uur!) en je ziet een hoop! Prachtig blauw water en zelfs een zeeleeuw gespot!
|
Vanaf Takaka Hill |
|
Ons huisje |
|
Even een broodje eten… |
Weer een paar uur rijden en we bevonden ons weer in een heel ander landschap: aan de ruige westkust, met bomen als regenwoud, woeste rotsen en hoge golven. We stopten in Punakaiki en sliepen hier een nachtje in een ‘hideaway huisje’, een hutje middenin het bos, vlakbij de zee. Wat was het hier donker ’s nachts! Een hele (leuke) ervaring.
|
De ruige westkust |
|
Pancake Rocks |
De volgende ochtend nog even de bekende Pancake Rocks bekeken en onze gebruikelijke flat white gedronken, en toen doorgereden naar Franz Josef, een klein dorpje onderaan de Franz Josef Gletsjer. En die glestjer, daar kwamen we voor. We verbleven hier in een soort hostel, maar dan wel een eigen kamer. Weer een heel andere beleving dus. Na het eerste nachtje was het tijd voor een helikoptervluchtje, de beste manier om de gletsjer te zien. Je kunt er ook op wandelen met een gids, maar deze tochten zijn nog duurder omdat je dan ook met de heli moet. Dat liet ons budget niet toe, en dus kozen we voor een rondvluchtje (helaas zonder landing). Gelukkig was dat al prachtig. Het is sowieso al vet om in een helikopter te zitten, maar we vlogen ook nog eens door een prachtige vallei naar de gletsjer, om vervolgens al het ijs te zien liggen. Op een gegeven moment zagen we een andere heli vliegen, en dan besef je pas hoe groot die ijsschotsen zijn. Een heli is slechts een klein stipje in het landschap. Supervet!
|
Vanuit de heli |
|
Wandelen bij Lake Mattison |
|
Franz Josef Gletsjer vanaf de grond |
|
De kracht van de gletsjer… |
Na de gletsjers stond onze laatste bestemming alweer voor de deur: Christchurch. Ik had al gelezen dat deze stad na de aardbevingen van een paar jaar geleden niet meer hetzelfde was, maar dat het zó erg zou zijn verraste ons allebei. De bekende kerk in het centrum was niet meer: geen toren, en de rest volledig in puin. En nog steeds in puin. Alweer jaren geleden, maar toch was er nog weinig gerenoveerd of gebouwd. Grote lege plekken zag je dan ook veel in de stad. Heel het centrum was een bouwput! Wel bijzonder om te zien, maar verder viel Christchurch ons wat tegen. We verbleven in een simpel hotel in New Brighton, een wijkje aan het strand. Helaas bleek het meer een vervallen achterbuurt dan Saint Tropez. Op 29 januari leverden we onze huurauto in en vlogen terug naar Auckland. Daar zou N. de volgende dag zijn vlucht pakken naar Amsterdam, en ik 31 januari naar Australië.
|
Wat er nog over is van de kerk |
|
Christchurch |
Dag Nieuw-Zeeland, je was geweldig! I’ll be back!
Dat huisje bij Takaka ziet er echt te gek uit. Abel Tasman is echt prachtig hé, fijn dat je er langer dan een dag bent geweest (toch?) Christchurch vond ik ook echt schrikken, erg was eigenlijk weinig te doen in de stad. Gelukkig was de Banks Peninsula wel supergaaf. Zijn jullie daar ook geweest? En nu dus terug naar Assie, op naar nog meer mooie avonturen!