Vietnam in een notendop 2

Afgelopen jaar reisde ik maar liefst zes weken door mijn geliefde Vietnam. Voor de (zeer) geïnteresseerde lezer verwijs ik hiervoor naar suusq.waarbenjij.nu. Voor de mensen met iets minder tijd en behoefte presenteer ik nu: mijn geliefde Vietnam in een notendop.

Hanoi
De hoofdstad van Vietnam en nog typisch Vietnamees. De straten zijn gevuld met ontelbaar veel scooters en vrouwen in gekleurde ‘pyjama’s’ met rieten hoeden en ‘weegschalen’ vol eten (en meer). Leer oversteken en op een scooter rijden, want je zal het nodig hebben in de rest van het land. Loop een rondje om het meer (midden in de stad) en breng een bezoekje aan het Prison Museum of de Temple of Literature.

Sapa
Slechts op een treinreis afstand van Hanoi ligt in de bergen nabij China het dorpje Sapa. Waan je in de alpen en maak een lange wandeling door de talloze rice terraces, watervallen en authentieke dorpjes waar mensen in traditionele gewaden lopen, met of zonder baby of de rug.

Sapa.

Ha Long Bay
Het decor van Tomorrow never dies, al is het in het echt natuurlijk nog veel mooier. Vlak voor de kust liggen talloze rotsformaties in een azuurblauwe zee, waar je om heen kunt varen met één van de vele boten. Ik bracht twee nachten door op het water en beklom een berg op flipflops op Cat Ba Island.

Ha Long Bay.

Hué
De oude keizerlijke stad van Vietnam is zeker een bezoekje waard. Snuif cultuur in de oude citadel en de pagode of dompel je onder in de backpackersstraat met een cocktail met verse passievrucht.

Hoi An
Hoi An heeft weinig attracties maar is zelf één grote bezienswaardigheid. Het hele dorp bestaat uit koloniale gele huisjes en in de rivier die door het dorp stroomt liggen talloze schattige vissersbootjes. Huur een fiets en verken de rijstvelden of trap even door naar het strand. Wie een jurk wilt laten maken is hier ook zeker aan het juiste adres, want in Hoi An is op elke hoek van de straat een Tailor Shop gevestigd.

Hoi An.

Phuoc Son en Kon Tum
Wie het even gehad heeft met toeristen zit hier goed. Er is werkelijk niets Westers aan deze twee plaatsen, dus neem je aanwijs-boekje mee en beleef het ‘echte’ Vietnam. Beide plaatsen liggen aan de Ho Chi Minh Trail, een prachtige asfaltweg die van Hoi An dwars door het oerwoud en langs prachtige rivieren naar Saigon loopt. Top Gear ging je voor, dus stap op de motor en voel je vrij.

Langs de Ho Chi Minh Trail.

Nha Trang
Het Chersonissos van Vietnam. Uitgaan en op het strand liggen staan hier centraal, maar ook duiken is hier goed te doen (mits het niet stormt).

Doc Let
Het is nog geen dorpje te noemen, maar aan het vrijwel lege strand liggen verspreid zo’n drie All-In resorts. Moet ook wel, want restaurantjes (of überhaupt iets) is hier niet te vinden. Wie even helemaal tot rust wil komen doet er goed aan naar Doc Let te gaan. (Te bereiken via een taxi vanuit Nha Trang of vraag het resort of ze vervoer aanbieden.)

Doc Let.

Dalat 
Weer een heel ander Vietnam, dit stadje in de bergen. Het kan hier wat kouder zijn, dus neem je vest mee. Dalat wordt ook wel de city of love genoemd, al is dat wellicht wat overdreven. Wel vind je hier een mooie vallei, een romantisch (lees: kitscherig) speelpark, watervallen, waterfietsen The Crazy House en de allerlekkerste noedelsoep. Huur een scooter en verken de heuvelachtige omgeving op je dooie gemakje.

De Crazy House in Dalat.

Mui Ne
Wat ooit een oud vissersdorpje was is nu één lange straat van chille resorts geworden. Huur een bungalow aan het strand, eet de lekkerste vis en huur (wederom) een scootertje om naar de bekende sand dunes te rijden. Onderweg kun je genieten van een prachtig uitzicht op de talloze vissersbootjes.

Mui Ne.

Saigon
Als je denkt dat Hanoi druk is dan moet je Saigon eens zien. Al is ‘Ho Chi Minh City’ toegankelijker voor de moderne toerist dan de in het noorden gelegen hoofdstad. Bekijk de Vietnamezen ’s morgens vroeg van hun sportiefste kant in het stadspark, slenter door de toeristische straatjes voor souvenirs, drink een drankje op een rooftop, ga feesten tot diep in de nacht, shop bij Marc Jacobs of Chanel, breng een bezoekje aan de overdekte markt, ga naar het War Museum of drink een Westerse cappucino bij Highlands Coffee. Er is voor ieder wat wils, maar mocht je de stad toch zat worden, breng dan een bezoekje aan de Cu Chi tunnels net buiten de stad.

Saigon.

Mekong Delta
De Mekong rivier loopt van China, Myanmar, Laos, Thailand en Cambodja naar Vietnam, waar ze uitmondt in een ‘delta’. Tussen de vertakkingen van de Mekong liggen kleine stadjes waar het ‘echte’ Vietnameze leven nog geleefd wordt. Vaar in een long tail bootjes door de riviertjes, breng een bezoek aan de floating market of ga naar een kokosnoot of noedelfabriek. Verwacht geen authentieke schattige dorpjes of backpackers cafe, maar de Mekong Delta is zeker leuk voor een korte trip.

Mekong Delta.

Phu Quoc 
Het mooiste eiland met de mooiste stranden is Phu Quoc. Nog wel althans, want ze zijn hier flink aan ’t bouwen. Boek een bungalow op het strand, huur een scooter, laat je masseren op het strand, eet een visje op de night market, maak een boottripje en geniet van de mooiste zonsondergang op Long Beach. Ultiem genieten, maar je moet hier niet komen als je met een horde andere backpackers wil gaan feesten. 

Bai Sao op Phu Quoc.

Tot slot kan ik nog een paar algemene tips geven: boek een busticket van noord naar zuid of zuid naar noord. Vietnam is een lang, smal land, dus er is praktisch één route waar alle bovengenoemde steden grofweg langs liggen. Voor zo’n 50 dollar koop je een buskaartje waarbij je zelf kunt aangeven hoe vaak en waar je uit wilt stappen. Bestel verder alles wat er lekker uit ziet, want dat is het ook. Noedelsoep was mijn dagelijkse kost, maar ook een mango salad, caramelized pork of morning glory gingen er wel in. Wie twijfelt over het vlees kan beter geen rund nemen. Dit is vaak taai, in tegenstelling tot het varkensvlees. Niet voor niets is dit bij de locals ook het populairst. Pinnen kan vrijwel overal, dus maak je nergens zorgen over en geniet van het prachtige Vietnam!

Typisch Vietnamees straatbeeld.